In 1998 exposeerden kunstenaar Piet Dirkx en dichter Aldert Walrecht in de Rietveldzuil. Aldert Walrecht combineerde zijn passie voor poëzie en kunst met zijn bijzondere interesse voor papier, inkt, boeken en vulpennen. Hij begon meer dan 25 jaar geleden met de Citroenpers, een kleine uitgeverij voor het vervaardigen van klein-formaat boeken, voornamelijk voor vrienden en bekenden. Piet Dirkx is een liefhebber van de gedichten van Aldert Walrecht en speelt in zijn werk met kleuren zoals een dichter dit doet met woorden.
Dirkx vulde de zuil met gekleurde glazen knikkers en de dichter voegde daar zijn woorden aan toe. De poëzie verscheen in een veelkleurig, vrolijk licht van bolletjes die als ogen in het rond kijken. De zuil werd een metafoor, waarin herinneringen aan een kinderspel opkomen, die temidden van zoekende woorden steeds helderder worden. Hier volgen de gedichten:
Slapend in rietveld
Langs een weg van dood beton
voer ik interlock licht
naar de zon,
mijn ogen dicht,
met dode ogen
in mijn gezicht.
Tijd
Altijd de koekoek in de klok
altijd het vallen van een vlag
altijd opnieuw de nacht de dag
altijd de golven kruiende
altijd het rietveld wuivende…
Maar sterren zon,
een oude wijs.
Waar ligt het paradijs
het eindstation?
Finale
Sneller dan de trage wijzers
van een uurwerk mij ooit dwongen,
zal ik eenmaal – strak verwrongen
op een paar gekromde ijzers –
over zilvr’n matheid jagen.
En de zon die ’t rietveld scheert
zal me naar de diepte dragen,
die me dronken absorbeert.